Beeldnummer: SME001000096
het 'Groot Huis van Boisot', of 'Huis van pensionaris van Christijnen', Frerdik de Merodestraat 86
Beschrijving
Het huis werd verbouwd rond 1665-1676 in een classicerende barokstijl. De composite kapitelen zijn accenten in de gevel van arduin (pilasters) en zandsteen (gevelvlak). De houten rondboogpoort rechts heeft een vlakke omlijsting.
Een van de eerste eigenaars was Charles Boisot (1502-1546), die in 1531 raadsheer bij de Grote Raad werd. Hij was gehuwd met Margareta de Tassis (von Thurn und Taxis). Het echtpaar kocht het pand in 1544. Het gebouw werd achtereenvolgens eigendom van Paul van Christijnen (Christynen) (1647), de eminente jurist bij de Grote Raad en stadspensionaris, ridder Willem van Halmale, rekestmeester bij de Grote Raad en zijn vrouw Maria Hendrina 't Seraerts (die in 1665-1676 wellicht de voorgevel het huidige uitzicht gaven), jonker George-Jozef d'Ittre de Caestre, overdeken van de rederijkerskamer de Peoene (1708), familie van der Hemm van Nederstyn, Alexander Albert de Spenraey (1791) en burgemeester Constant Emile de Bors. Na het overlijden van Dorothea de Spenraey, weduwe de Bors, in 1851 verwierf Leon Ortegat het pand. Hij vestigde er een wijnhandel. Na het overlijden van diens zoon Jules Ortegat kocht de familie Verschueren in 1925 het gebouw en richtte er een kunstschrijnwerkerij in.
In het begin van de jaren 1980 wilde de stad Mechelen er een museum voor stijlmeubelen onderbrengen, hetgeen niet gerealiseerd werd. Na enkele jaren leegstand werd het gebouw door de huidige eigenaar gekocht en op doordachte wijze gerestaureerd.