Muurschildering aan de rechterzijde van de ingang van het Hof van Hoogstraten, voorstellende een Friese os in 1526 aan de Heer van Hoogstraten geschonken

Beschrijving

De os draagt aan de hals en tussen de horens (omzoomd met de Orde van het Gulden Vlies) het wapenschild van de toenmalige Heer van Hoogstraten, Antoine I de Lalaing (+ 1540).
Het Hof van Hoogstraten was de residentie van de graven van Hoogstraten, die behoorden tot de adellijke familie de Lalaing (tot 1691). Deze behoorde tot de toplaag van het Bourgondisch-Habsburgse staatsbestel. Het complex, met hoofdingang langs de Voochtstraat, werd gebouwd in het begin van de 16de eeuw door één van de Keldermansen i.o.v. Antoine de Lalaing en Elisabeth van Culemborg. De Lalaings verbleven er slechts sporadisch, zodat het regelmatig gebruikt werd om voorname personen te logeren, oa in 1655 de prinses van Robecq en van 1656 tot 1659 de prins van Condé (Louis II de Bourbon, alias le Grand Condé). Van 1679 tot 1692 vonden de ursulinen er onderdak tot zij een geschikte woning vonden in de Lange Schipstraat. Na 1691 kwam het gebouwencomplex door vererving in handen van de familie Salm. Deze verkocht in 1775 het Hof van Hoogstraten aan graaf Ernest Coloma, die een aanpalend hotel met voorhof in de Bleekstraat bewoonde. Beide woningen werden in 1826 opgekocht door aartsbisschop de Mean die er in 1830 het Klein Seminarie, vandaag BIM-SEM in onderbracht. Van het oorspronkelijk Hof van Hoogstraten bleef in 1826 enkel nog de vleugel met achtkantige toren (35 m hoog) en kapel over.